Back to Index
 
Aprender Español  
Pretérito Indefinido - Verleden Tijd
 
 
= Afspeellijst / Playlist / Wiedergabeliste / Lista 
Pretérito indefinido, ook wel genoemd de Pretérito perfecto simple.
-ar werkwoorden
Hablar (praten)
yo -é hablé Ik praatte
tú -aste hablaste jij praatte
él, ella -ó habló hij/zij praatte
nosotros/as -amos hablamos wij praatten
vosotros/as -asteis hablasteis jullie praatten
ellos/ellas -aron hablaron zij praatten
-er & -ir werkwoorden
Vivir (wonen)
yo -í viví Ik woonde
tú -iste viviste jij woonde
él, ella -ió vivió hij/zij woonde
nosotros/as -imos vivimos wij woonden
vosotros/as -isteis vivisteis jullie woonden
ellos/ellas -ieron vivieron zij woonden
Comer (eten)
yo -í comí Ik at
tú -iste comiste jij at
él, ella -ió comió hij/zij at
nosotros/as -imos comimos wij aten
vosotros/as -isteis comisteis jullie aten
ellos/ellas -ieron comieron zij aten
De pretérito indefinido wordt gebruikt...
· Om iets te beschrijven dat ooit gebeurd is.
Cantó una canción. (Hij zong een liedje.)
Escribí la carta. (Ik schreef een brief.)
Ik werd vroeg wakker vanmorgen. (Me desperté temprano esta mañana)
· Om iets te beschrijven dat meer dan eens gebeurde, maar wel een specifiek einde had.
Fui a cuatro restaurantes la semana pasada. (Vorige week ging ik naar vier restaurants.)
De niño, fui de camping cada verano. (Als kind, ging ik elke zomer kamperen.)
Let op:
Bij werkwoorden die eindigen op -CAR, -GAR en -ZAR treed een spellingswijziging op, omdat anders de uitspraak niet klopt.
Dit geld alleen voor de IK-VORM!!!
-CAR > -QUÉ Aparcar> aparqué - aparcaste - aparcó - aparcamos - etc.
-GAR > -GUÉ Pagar> pagué - pagaste - pagó - pagamos - etc.
-ZAR > - CÉ Empezar> empecé - empezaste - empezó - empezamos - etc.
Uitzonderingen:
Deze groepen werkwoorden hebben dezelfde uitgang:
Estar -estuve -e
Andar -anduv -iste
Tener -tuv -o
Poner -pus -imos
Venir -hic -isteis
Poder -pud -ieron
Querer -quis
Saber -sup
Ser / Ir fui - fuiste - fue - fuimos - fuisteis - fueron
Dar di - dieste - dió - dimos - disteis - dieron
Hay (men moet)
Gebruik van de Pretérito indefinido
Om het gebruik van de Pretérito indefinido (hablé-tijd) te kunnen begrijpen, moeten we een vergelijking maken met de voltooide tijd (he hablado-tijd). In het Nederlands gebruik je vaker de voltooide tijd (ik heb gegeten, ik heb geslapen) dan de verleden tijd (ik at, ik sliep).
In het Spaans is het gebruik van “he hablado” en “hablé” aan heel andere regels gebonden dan het Nederlands.
Nog belangrijk voor de pretérito indefinido (hablé-tijd)
De pretérito indefinido dient om te vertellen, om de opeenvolgende handelingen en gebeurtenissen, de hoofdlijn van een verhaal aan te geven.
Eerst gebeurde dit, vervolgens dat, daarna dat en dat en tenslotte dat en dat,
Llegó a casa, entró en la cocina, abrió la nevera y sacó una cerveza.
Ayer me levanté a las 7, me duché, desayuné una tostada y salí al trabajo.
Mi marido nació en 1944
El año pasado viajamos a Santiago en julio.
¿Donde cenasteis anoche?
 
Top van deze pagina
   Back to Index  
   
Copyright ©  De Spaanse Taal Leren   All Rights Reserved
web counter