Als het
bezittelijk
voornaamwoord op
zichzelf staat
zonder
zelfstandig
naamwoord, zoals
"die van jou",
dan gebruikt men
de zelfstandige
bezittelijke
naamwoorden in
het Spaans. Deze
andere vorm kan
ook gebruikt
worden om meer
nadruk te geven
als het bij een
zelfstandig
naamwoord staat
en vertaalt als
"van jou":
el mío está
limpio > die van
mij is schoon
el tuyo es
blanco > die van
jou is wit
el coche tuyo es
negro > de auto
van jou is zwart
Als het
duidelijk is wie
de bezitter is
van het object,
dan gebruikt men
in het Spaans
geen bezittelijk
naamwoord. Men
ziet dat dat
vaak gebruikt
wordt als er al
een reflexief
naamwoord
gebruikt wordt:
Me duele la
panza > mijn
buik doet pijn
Le duele la
cabeza > zijn
hoofd doet pijn |